Toestingsverbod, een mes op de keel?
Sedert de grondwetswijziging van 1983 luidt het in art. 120 Grondwet neergelegde toetsingsverbod: ‘de rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen.’ De vraag rijst of het hier bedoelde toetsingsverbod wel vanzelfsprekend is. Immers, in Nederland kennen we een hiërarchie van wetgeving, die aangeeft hoe specifieke regelgeving juridisch verankerd moet worden.
Zowel voor de burgerlijke, de straf- als de bestuursrechter rijst nu de vraag wat hij moet doen, wanneer hij geroepen wordt een regeling toe te passen die in strijd is met hogere regelingen. Mag en moet de rechter een dergelijke gebrekkige regeling buiten beschouwing en buiten toepassing laten? Ligt het niet voor de hand dat rechters wetten kunnen toetsen aan de Grondwet? En hoe zal de rechter moeten reageren als hij betrokken raakt in politieke strijdvragen?
In de reactiepaper hieronder ga ik nader in op de hiervoor genoemde vragen. U kunt het document hier raadplagen.